Politieke Poppenkast




De kranten puilen uit, de actualiteitenprogramma’s draaien overuren, en de talkshows hebben geen ander onderwerp meer: verkiezingen, peilingen, debatten. De camera’s draaien, de kandidaten glimlachen gespannen, en ik zit op de bank met een zak chips en een groeiend gevoel van wanhoop. Want eerlijk? Ik kom er niet meer uit.

Iedereen roept iets, maar niemand zegt wat. De ene partij wil regeren, maar niet met die ander. De ander wil wel, maar dan alleen als de eerste ophoudt met ademen. En de rest — die mompelt iets over “bruggen slaan”, maar lijkt ondertussen vooral bezig met het zagen van de planken. Zo modderen we dus voort, met een land vol meningen en zonder richting.
Geert Wilders blijft voorlopig de grootste, dat kan niemand ontkennen. Maar wat koop je ervoor, als geen enkele partij met je in één kamer wil zitten zonder veiligheidshelm op? We zitten gevangen in een soort politieke escape room, maar de deelnemers willen de uitgang niet vinden, omdat ze anders hun spreektijd kwijt zijn.
En ondertussen doen ze allemaal alsof wij, de burgers, dom zijn. We moeten geduld hebben, begrip tonen, vertrouwen houden. Terwijl ze zelf geen idee hebben hoe ze uit hun eigen fuik moeten komen. Elke keer hoor ik dezelfde dooddoeners:
“Wij kunnen natuurlijk niets garanderen.”
“Het is allemaal heel complex.”
“Maar we zullen ons uiterste best doen.”
Dat soort zinnen zijn nietszeggend. Ze vullen tijd en zendtijd, maar geen lege portemonnee, geen woning, geen ziekenhuisbed. Het zijn woorden die vooral bedoeld zijn om verantwoordelijkheid te vermijden. En daar zijn onze politici inmiddels wereldkampioen in geworden.
Neem de debatten: ik heb ze gevolgd, met de moed der wanhoop. Wat ik zag, was een toneelstuk zonder regisseur. Iedereen probeert de slimste te lijken, niemand wil de eerste stap zetten. En als iemand eindelijk iets concreets zegt, wordt hij direct afgemaakt door een collega die het net iets anders zou hebben gezegd. Niet beter — anders. Het verschil tussen beleid en behangkeuze.
En dan het asielbeleid. Het onderwerp waar iedereen omheen draait alsof het besmet is. Er wordt wat gestotterd over “humaan maar rechtvaardig”, “opvang in de regio” en “we moeten het Europees aanpakken” — de heilige drie-eenheid van politiek uitstelgedrag. Niemand durft te zeggen wat hij echt vindt, bang om kiezers te verliezen of vrienden in Brussel te schofferen. Alleen de PVV spreekt er luid en duidelijk over, of je het nu met ze eens bent of niet. De rest fluistert liever in vage termen, alsof eerlijkheid ineens taboe is geworden.
Wat mij stoort, is dat niemand nog durft te besturen. Iedereen wil wel praten over regeren, maar zodra het echt spannend wordt, trekt men zich terug achter een muur van mitsen en maren. Het lijkt wel alsof het woord “verantwoordelijkheid” uit de politieke woordenboeken is gesloopt.
We hebben geen behoefte aan politici die praten over samenwerking — we hebben leiders nodig die het dóen. Die beseffen dat regeren niet hetzelfde is als een toneelstuk opvoeren met applaus als einddoel. Die durven te zeggen: “We zijn het niet overal over eens, maar het land moet door.”
Tot die tijd blijft de politiek een circus, compleet met clowns, trapeze-artiesten en een publiek dat steeds minder lacht. En de tent, die begint te scheuren.
Dus, beste politici: stop met kletsen. Stop met elkaar vliegen afvangen. En begin met regeren. Niet morgen, niet na de volgende formatie, maar nú. Want het land wacht. En eerlijk gezegd: mijn geduld ook.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Eindhoven met Brains of Ballen?

5 Maanden Stijn Steenbakkers in de Eindhovense Schijnwerpers

Koffie met Stijn