Gemeenteraadsverkiezingen 2026: Wonen in Eindhoven – Beloftes, Blokken en Beunhazen
De zomer vakantie loopt op zijn einde, en dat betekent dat politieke partijen zich langzaam ook gaan opmaken voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2026. Telefoontjes, uitnodigingen en vriendelijke gesprekken om je te lijmen als kandidaat. Ik ben ook gebeld, maar nee hoor, ik ben 69 en heet geen Dre Rennenberg die er nog vier jaar op los kan bazelen. De toekomst ligt bij de jonge generatie – mits zij hun meningen durven te geven en zich niet de mond laat snoeren. Dát zijn de raadsleden die Eindhoven nodig heeft.
En dan het thema dat alles overheerst: woningbouw. In de plannen moeten er in Eindhoven tot 2030 zo’n 62.000 woningen bijkomen. Dat zijn er 8000 per jaar, terwijl we nu met moeite de helft halen. Een plan B? Bestaat niet. Het enige dat sneller gaat dan de bouw, zijn de verkiezingsbeloftes.
Het blijft bij woorden, rapporten en projectgroepen. Wethouders praten over “stenen stapelen” alsof ze in de blokkenhoek van de peuterspeelzaal staan.
Ondertussen vliegen de termen als triple helix-samenwerkingen en realisatieteams je om de oren. Het klinkt indrukwekkend, maar ondertussen blijven de echte problemen onaangeroerd: stikstofregels, netcongestie, trage bezwaarprocedures.
De prefab-woning wordt gepresenteerd als wondermiddel – een soort IKEA-huis, maar dan zonder de gezelligheid. Ja, het kan sneller, maar alleen als de businesscase klopt. En als dat niet lukt? Dan verhuis je maar naar Meierijstad of Den Bosch. Probleem opgelost, toch?
Voor de verkiezingen zal elke partij roepen dat ze het woningtekort écht gaan aanpakken. Jongeren een kans geven, betaalbare huurwoningen bouwen, starters helpen… Je kent het rijtje wel. Maar geloof me, dat zijn de bekende lokkertjes. Maar laten we eerlijk zijn: in de afgelopen jaren is er vooral vergaderd, gepraat en beloofd. De stapel beleidsnota’s groeit harder dan de stapel bakstenen.
Wat Eindhoven nodig heeft, is een gemeenteraad met lef. Raadsleden die niet braaf de landelijke partijlijn volgen, maar kiezen voor wat hier lokaal nodig is. Mensen die een heldere visie hebben en niet miljoenen over de balk smijten aan plannen die niets of nauwelijks iets toevoegen aan onze stad.
Ja, ik ben negatief. Maar dat is niet omdat ik wil zeuren. Het is omdat ik al te vaak heb gezien dat er veel wordt gesproken en weinig wordt gedaan. En ik ben niet de enige die er zo over denkt – kijk het lokale en landelijke nieuws er maar op na.
Dus, wie in maart 2026 het rode potlood oppakt, doet er goed aan door alle mooie woorden heen te prikken. Want de vraag is niet wie het mooiste praatje heeft, maar wie er straks daadwerkelijk een huis voor je weet te bouwen.
Reacties